beslag

als woordenboektrefwoord:

beslag:
o. hoefijzers; versiering van metaal; mengsel; aanhouding; arrest.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

beslag (zn) :
armatuur, belegsel, oeverbekleding, bekleedsel
beslag (zn) :
beslaglegging
beslag (zn) :
voltooiing

als synoniem van een ander trefwoord:

zoom (zn) :
omtrek, beslag, buitenkant, oever, inleg, rand, boord, kant, marge, zelfkant
voltooiing (zn) :
afronding, beslag, voleindiging, oplevering
verzekering (zn) :
beslag, hechtenis
armatuur (zn) :
beslag

woordverbanden van ‘beslag’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

beslag, deeg

Meel dat door bijvoeging van water of melk in den toestand gebracht is om gebakken te kunnen worden. Beslag is dun en vloeibaar, deeg dik en stijf.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 314:

beslag, deeg

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c