bluffen

als woordenboektrefwoord:

bluffen:
(gebluft), grootspreken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bluffen (ww) :
opscheppen, geuren, dik doen, pochen, poeha maken, pralen, opsnijden, grootspreken, blaaskaken, ophakken, stoefen

als synoniem van een ander trefwoord:

pochen (ww) :
opscheppen, pronken, hoog opgeven, bluffen, stoffen, te koop lopen met, brallen, pralen, koketteren met, opsnijden, snoeven, grootspreken, ophakken
opscheppen (ww) :
bluffen, banjeren, pochen, opsnijden, snoeven, grootspreken, ophakken, stoefen
stoefen (ww) :
opscheppen, bluffen, stoffen, pochen, opsnijden, snoeven
pralen (ww) :
opscheppen, pronken, bluffen, pochen, stoefen

woordverbanden van ‘bluffen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c