glimp

als woordenboektrefwoord:

glimp:
m. (-en), bedrieglijke schijn.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

glimp (zn) :
straal, schijnsel, glinstering, glinster
glimp (zn) :
vonk, zweem, flikkering
glimp (zn) :
verschoning

als synoniem van een ander trefwoord:

zweem (zn) :
schijn, spoor, vleugje, ondertoon, glimp, tikje, schijntje, greintje, snipper, zweemsel
glinstering (zn) :
glans, glimp, weerschijn, fonkeling, spiegeling, flikkering, genster
spoor (zn) :
schijn, vlek, overblijfsel, glimp, zweem, relict
schijn (zn) :
spoor, waas, glimp, schijntje, zweem
flits (zn) :
glimp, flard

woordverbanden van ‘glimp’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

glimp, schijn

Schijn is het uiterlijk van iets en kan, wanneer het niet met het innerlijk overeenstemt, tot een onjuist oordeel aanleiding geven. Glimp is een valsche, bedriegelijke schijn, dien men opzettelijk doet ontstaan. Den schijn voor het wezen aanzien. Onder schijn van vriendschap. Hij weet aan zijne gemeene praktijken altijd een schoonen glimp te geven.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c