hoogmoed

als woordenboektrefwoord:

hoogmoed:
m. trots, verwaandheid.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hoogmoed (zn) :
trots, inbeelding, eigenwaan, zelfverheffing, verwaandheid, opgeblazenheid, hovaardij

als synoniem van een ander trefwoord:

verwaandheid (zn) :
verbeelding, arrogantie, inbeelding, hoogmoed, eigendunk, pretentie, eigenwaan, zelfoverschatting, pedanterie, opgeblazenheid, laatdunkendheid, ingebeeldheid
trots (zn) :
hoogheid, arrogantie, hoogmoed, eergevoel, eigenwaarde, grootsheid, fierheid, voldaanheid, hovaardigheid, hovaardij
zelfoverschatting (zn) :
hoogmoed, eigendunk, eigenwaan, verwaandheid
eigenwaan (zn) :
hoogmoed, zelfoverschatting
hovaardij (zn) :
trots, hoogmoed

woordverbanden van ‘hoogmoed’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Het gevoel van werkelijke of vermeende eigenwaarde. Trots is het gevoel van eigen waarde, dat degene bezit die fierheid heeft. Dikwijls wordt trots gebruikt voor een gevoel van eigenwaarde dat ongegrond is. Inbeelding is trots op eigenschappen of voorrechten, die men niet heeft, of in mindere mate heeft dan men zich voorstelt. Hoogmoed staat tegenover deemoed of nederigheid; het verbindt met een gevoel of een dunk van eigen grootheid dien van minderheid van anderen. Hoovaardij is vertoon van hoogmoed.

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c