inrekenen

als woordenboektrefwoord:

inrekenen:
(ingerekend), vuur met as bedekken; iem. gevangennemen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

inrekenen (ww) :
oppakken, pakken, opleiden, arresteren, in hechtenis nemen, in de bak stoppen, gevangenzetten

als synoniem van een ander trefwoord:

arresteren (ww) :
oppakken, vastzetten, pakken, vangen, aanhouden, in hechtenis nemen, vatten, inrekenen, in de kraag grijpen, gevangennemen
gevangennemen (ww) :
vastzetten, oppakken, pakken, arresteren, vatten, inrekenen, vastkrijgen, gevangenmaken, klissen
pakken (ww) :
vangen, arresteren, aanhouden, betrappen, snappen, inrekenen, gevangennemen
aanhouden (ww) :
arresteren, inrekenen, in de kraag grijpen, gevangennemen, klissen
opleiden (ww) :
arresteren, opbrengen, voorgeleiden, inrekenen, voorleiden
oppakken (ww) :
inrekenen, gevangennemen
opbrengen (ww) :
arresteren, inrekenen

woordverbanden van ‘inrekenen’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

inrekenen
bevrijden, verlossen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c