kabinet

als woordenboektrefwoord:

kabinet:
o. (-ten), ouderw. kast met laden en schuiven; klein vertrekje ; al de ministers.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kabinet (zn) :
regering, ministerie, regeringsploeg, ministersploeg, ministers, ministerraad
kabinet (zn) :
spreekkamer, praktijk, behandelkamer
kabinet (zn) :
kantoor, studeerkamer, werkkamer
kabinet (zn) :
zijvertrek, vertrekje
kabinet (zn) :
wc, toilet, privaat

als synoniem van een ander trefwoord:

toilet (zn) :
wc, kabinet, gemak, privaat, plee, secreet, poepdoos, closet, wasgelegenheid, het kleinste kamertje, bestekamer, retirade, koer
regering (zn) :
overheid, bewind, kabinet, administratie, gouvernement, regeringsperiode, landsbestuur
regering (zn) :
kabinet, ministerraad
privaat (zn) :
wc, kabinet, toilet

woordverbanden van ‘kabinet’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Vertrek is het algemeene woord voor iedere afgeslotene ruimte in een huis, maar wordt meest in meer deftigen stijl gebruikt. Kamer is het meest gebruikelijke woord. In sommige samenstellingen worden beide woorden gebezigd, z. a. woonkamer, woonvertrek, doch bij andere alleen kamer b.v. badkamer. Eene zaal is een groot vertrek; kabinet eene kleine kamer. Een dameskabinetje draagt den naam van boudoir.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 290:

kamer, vertrek, kabinet, zaal

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c