klauteren

als woordenboektrefwoord:

klauteren:
(geklauterd), klimmen met handen en voeten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

opklimmen (ww) :
klimmen, klauteren, oplopen, opgaan, omhooggaan
klimmen (ww) :
klauteren, bestijgen

woordverbanden van ‘klauteren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

klimmen, klauteren

Zich in de hoogte begeven door zich met handen en voeten ergens aan vast te klemmen. Klauteren gaat roet meer moeite gepaard dan klimmen; het duidt hepaald aan, dat men zich van handen en voeten bedient; klimmen kan ook alleen met de voeten geschieden. Men klimt op een berg, op een ladder, in de mast. Men klautert tegen een muur, eene rots op.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

klimmen, klauteren, stijgen, rijzen

Zich in de hoogte begeven.

Stijgen kan met een enkelen stap geschieden: hij stijgt te paard, terwijl klimmen altoos meer stappen onderstelt en dus ook met meer moeite gepaard gaat: hij klimt den berg op. Heeft men bij het klimmen ook de handen noodig, dan spreekt men van klauteren; dit gaat dus met nog meer moeite gepaard dan klimmen: hij klauterde tegen de rots op. Rijzen sluit alle begrip van inspanning uit: het water rijst, de zon rijst, enz. In figuurlijken zin gebruikt men zonder onderscheid in beteekenis voor rijzen ook wel stijgen of klimmen, maar nooit klauteren, bijv.: „de lofzang klimt uit Sions zalen".

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 312:

klimmen, stijgen, klauteren, rijzen

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c