kroes

als woordenboektrefwoord:

kroes:
m. (...zen), beker ; aarden smeltvat voor metalen.
kroes:
bn. (...zer, -t), dicht gekruld; gerimpeld.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kroes (zn) :
gekruld, kroezig
kroes (zn) :
beker, pot, mok

als synoniem van een ander trefwoord:

beker (zn) :
kop, mok, kelk, kroes, drinkkroes, drinkbeker, tumbler
pot (zn) :
kruik, fles, glas, kan, kroes
pul (zn) :
bierglas, kroes

woordverbanden van ‘kroes’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

kelk, kroes, beker, roemer

Roemer noemt men een groot drinkglas; kelk een wijd uitloopend glas of beker. De kelk des nachtsmaals. Figuurlijk: de kelk des tijdens. Een beker is meer van metaal. Figuurlijk worden beker en kelk in dezelfde beteekenis gebruikt: den lijdensbeker drinken. Kroes, vroeger in gebruik naast kan en kruik, wordt tegenwoordig meest gezegd van een klein metalen bekertje, vooral voor kinderen; een schuimende kroes; een melkkroes.

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c