norm

als woordenboektrefwoord:

norm:
v. (-en), regel, voorschrift.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

norm (zn) :
schaal, gedragsregel, regel, regelmaat, maat, graadmeter, standaard, orde, criterium, maatstaf, normering, richtsnoer, toetssteen, norma, gedragslijn

als synoniem van een ander trefwoord:

regel (zn) :
gebruik, voorschrift, norm, gewoonte, procedure, gebod, verordening, wet, conventie, reglement, canon, richtsnoer
maatstaf (zn) :
peil, norm, maat, graadmeter, standaard, criterium, normering, toetssteen, normstelling
standaard (zn) :
norm, normaal, graadmeter, criterium, maatstaf, normering, toetssteen, normstelling
criterium (zn) :
norm, graadmeter, standaard, maatstaf, normering, richtsnoer, toetssteen
orde (zn) :
norm, rust, regelmaat, netheid, discipline, tucht
richtsnoer (zn) :
voorschrift, norm, regel, richtlijn, criterium
canon (zn) :
norm, regel, wet, maatstaf, richtsnoer
maat (zn) :
grootheid, eenheid, norm, maatstaf
schaal (zn) :
norm, maatstaf, schaalverdeling
signatuur (zn) :
norm

woordverbanden van ‘norm’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c