overtuigen

als woordenboektrefwoord:

overtuigen:
(overtuigd), klaar en duidelijk bewijzen, doen inzien.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

overtuigen (ww) :
overreden, overhalen, bepraten, voor zich winnen, persuaderen
overtuigen (ww) :
controleren, nagaan, vergewissen
overtuigen (ww) :
bewijzen

als synoniem van een ander trefwoord:

overhalen (ww) :
overreden, overtuigen, lijmen, omkopen, bewegen, bewerken, ompraten, omhalen, bepraten, verlokken, voor zich winnen, persuaderen
bepraten (ww) :
overreden, overtuigen, lijmen, overhalen, ompraten, inpalmen, persuaderen
overreden (ww) :
overtuigen, overhalen, bewerken, ompraten, bepraten, persuaderen
doordringen (ww) :
overtuigen, doen beseffen
verzekeren (ww) :
beloven, overtuigen

woordverbanden van ‘overtuigen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

overreden, overhalen, overtuigen

Iemand door redeneering of het doen van voorstellen tot andere gedachten brengen. Overtuigen is door redeneering, door het aanvoeren van deugdelijke bewijzen, het weerleggen van bedenkingen, iemand tot de erkenning der waarheid of juistheid van iets brengen; overreden door eene niet zoozeer bondige, als wel wegsleepende redeneering, iemand overhalen om iets te volbrengen of na te laten; overhalen door goed gekozen woorden of schoone voorstellen iemand bewegen, om tot hetgeen men zelf wil, over te gaan. De redenaar overreedt. De schrijver van een wetenschappelijk betoog overtuigt. De verleider haalt anderen over om kwaad te doen. Zie ook bepraten en bewegen.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

overtuigen, overreden, overhalen

Iemand tot andere gedachten brengen.

Overreden wil zeggen: iemand door redeneering zoover brengen, dat hij het een of ander doet of toestaat, waarvan hij te voren niet wilde weten. Met kostte ons veel moeite hem te overreden, de benoeming van voorzitter aan te nemen.

Overhalen is niet zoo sterk als overreden; het onderstelt minder klemmende redeneering en duidt meer op goed gekozen woorden of verleidelijke voorstellen. Het wordt dus meer van alledaagsche zaken gebezigd en kan ook een ongunstige beteekenis hebben. Ik heb hem overgehaald nog een week zijn reis uit te stellen. Hij liet zich door de dieven spoedig overhalen het gestolene in zijn woning te verbergen.

Overtuigen ziet niet zoozeer op de daden van iemand, als wel op zijn meening, zijn inzicht. Het wil zeggen: iemand door grondige bewijzen brengen tot de erkenning, dat hetgeen wij zeggen, volkomen waar is. Het onderstelt meestal, dat wij zijn bedenkingen eerst moeten weerleggen, alvorens hij de waarheid onzer woorden wil aannemen. Ik heb hem eindelijk overtuigd, dat zijn levenswijze zijn gezondheid moet ondermijnen in plaats van die te bevorderen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 83:

overreden, overtuigen

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 400:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c