pront

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pront (bn) :
lekker, mooi, knap, trots, parmantig
pront (bn) :
flink, snel, vlot, prompt, monter
pront (bn) :
netjes, correct
pront (bn) :
stipt
pront (bw) :
stipt, precies, prompt

als synoniem van een ander trefwoord:

flink (bn) :
stevig, behoorlijk, pittig, belangrijk, gezond, sterk, echt, goed, knap, aardig, groot, fors, erg, aanzienlijk, degelijk, kras, robuust, potig, kranig, kwiek, fiks, struis, kloek, terdege, duchtig, aan de maat, pront
wakker (bn) :
flink, vlug, glad, sterk, helder, levendig, uitgeslapen, bijdehand, pienter, alert, kwiek, vinnig, kordaat, ferm, vigilant, bij de pinken, pront, vief
precies (bn) :
stipt, nauwkeurig, streng, nauwgezet, accuraat, pront
prompt (bn) :
vlug, rap, snel, vlot, onverwijld, pront, geredelijk
trots (bn) :
prachtig, statig, pront
netjes (bw) :
fatsoenlijk, keurig, schoon, mooi, opgeruimd, gepast, net, zuiver, verzorgd, helder, knap, beleefd, ordelijk, zindelijk, fijntjes, onberispelijk, proper, rein, clean, knapjes, comme il faut, propertjes, fraaitjes, pront, gekloft

woordverbanden van ‘pront’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c