slaperig

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

slaperig (bn) :
traag, dromerig, slaapdronken, suffig, loom, doezelig, lodderig, lethargisch, soezerig, somnolent, dommelig, indolent, dodderig, vakerig
slaperig (bn) :
suf, sloom, doezelig, gaperig, soezerig, dommelig

als synoniem van een ander trefwoord:

loom (bn) :
slaperig, maf, traag, suf, mat, laf, slap, langzaam, futloos, log, pafferig, paf
doezelig (bn) :
slaperig, suf, vaag, loom, soezerig, vervloeiend
loom (bn) :
slaperig, moe, lui, slap, futloos, energieloos
dommelig (bn) :
slaperig, doezelig, soezerig, soezig
dromerig (bn) :
slaperig, soezerig, suffend
duf (bn) :
slaperig, vermoeid
somnolent (bn) :
verdoofd, slaperig
lui (bn) :
slaperig, moe

woordverbanden van ‘slaperig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

De slaperige heeft behoefte aan slaap, de droomerige is niet goed uitgeslapen, of nog niet recht wakker. Een droomerig mensch is dus hij, die lui en traag is, als iemand, die pas is opgestaan en nog als 't ware droomt; die wel aan allerlei dingen denkt, doch niet met duidelijkheid en klaarheid. Slaperig, in figuurlijken zin, sufferig of soez(er)ig is hij, die bij zijn werk suft, alsof hij half in slaap was, en dus noch aan zijn werk, noch aan iets anders denkt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 76:

dodderig, slaperig, vakerig

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

slaperig
wakker

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c