winkel

als woordenboektrefwoord:

winkel:
m. (-s), hoek.
winkel:
m. (-s), verkoophuis ; werkplaats.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

winkel (zn) :
supermarkt, zaak, firma, warenhuis, boetiek, magazijn, handel, shop, nering, handelszaak

als synoniem van een ander trefwoord:

bedrijf (zn) :
winkel, onderneming, fabriek, zaak, firma, tent, organisatie, handel, maatschap, vennootschap, etablissement, nering, kleinbedrijf, fabrieksgebouw, grootbedrijf, handelsfirma, handelshuis, handelsonderneming, multinational, handelszaak
zaak (zn) :
winkel, onderneming, fabriek, firma, warenhuis, bedrijf, magazijn, handel, shop, business, uitbating, nering, handelszaak, handelshuis
handel (zn) :
winkel, markt, onderneming, affaire, zaak, firma, bedrijf, etablissement, nering, handelszaak, handelshuis
bazaar (zn) :
winkel, toko, winkelbedrijfje, weldadigheidsbazaar, verkoophuis, liefdadigheidsbazaar, fancy-fair
firma (zn) :
winkel, bedrijf, handelszaak, handelsvennootschap
onderneming (zn) :
winkel, zaak, firma, bedrijf
hal (zn) :
markt, winkel, zaal, bazaar
magazijn (zn) :
winkel, zaak, warenhuis
affaire (zn) :
winkel, handelszaak
commerce (zn) :
winkel, bedrijf
uitbating (zn) :
winkel, zaak

woordverbanden van ‘winkel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c