zwartgallig

als woordenboektrefwoord:

zwartgallig:
bn. bw. (-er, -st), zwaarmoedig, somber.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

somber (bn) :
zwaarmoedig, treurig, neerslachtig, droevig, bedrukt, troosteloos, pessimistisch, nors, stuurs, droefgeestig, zwartgallig, mistroostig, tobberig, vreugdeloos, gedeprimeerd
zwaarmoedig (bn) :
somber, verdrietig, treurig, droevig, melancholiek, melancholisch, depri, droefgeestig, zwartgallig, tobberig, terneergeslagen, landerig, zwaar op de hand
melancholiek (bn) :
verdrietig, zwaarmoedig, treurig, depressief, weemoedig, melancholisch, droefgeestig, zwartgallig, mistroostig
morbide (bn) :
zwart, ziekelijk, wrang, luguber, zwartgallig, sick, misselijkmakend
pessimistisch (bn) :
somber, zwartgallig

woordverbanden van ‘zwartgallig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Alle duiden aan, dat door verdriet het gemoed en de geest ter nedergedrukt worden; het tegenovergestelde dus van eene opgewekte stemming. Ver drietig drukt uit, dat men tijdelijk in eene onaangename stemming is, veroorzaakt door het een of ander, dat den geest kwelt of onaangenaam is. Tusschen bedroefd, droevig en treurig bestaat dit verschil, dat het eerste woord aanduidt, dat de oorzaak der droefgeestigheid in de eene of andere uiterlijke omstandigheid te zoeken is, terwijl de beide andere die oorzaak geheel in het midden laten. Treurig drukt een langeren duur der aandoening uit, en is dus sterker dan droevig. Droevig en treurig worden ook van zaken gebezigd. Droevige dagen. Een treurig verlies. Neerslachtigheid is eene lichte en tijdelijke, zwaarmoedigheid eene aanhoudende en diepe moedeloosheid. De laatste is minder het gevolg van uitwendige oorzaken, dan wel van eene ontstemming des gemoeds. Bedrukt ziet vooral op de sporen der droefheid en neerslachtigheid, die in gelaat en houding vallen op te merken. Een bedrukt gelaat. Een bedrukt voorkomen. Zwartgallig is hij, die eene geestesneiging heeft om alles donker in te zien, de slechte zijde van alles sterk op den voorgrond te plaatsen. Somber stelt den druk van den geest, die alles vau de donkerste zijde doet zien, meer op den voorgrond. In tegenstelling met zwartgallig, zegt men somber meer van eene tijdelijke nederdrukking van den geest, terwijl zwartgallig meer het gevolg is van eene ingeboren eigenschap.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 189:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c