Nederlandse synoniemen voor 'afspringen'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor afspringen.

afspringen (ww):
afketsen(nl) —.
(nl) plotseling afbreken.
, afsluiten(nl) —.
(nl) plotseling afbreken.
, afspatten(nl) —.
(nl) ergens plotseling vanaf gaan.
, afvliegen(nl) —.
(nl) ergens plotseling vanaf gaan.
, loslaten(nl) —.
(nl) ergens plotseling vanaf gaan.
, losspringen(nl) —.
(nl) ergens plotseling vanaf gaan.
, mislukken(nl) —.
(nl) plotseling afbreken.
, springen(nl) —.
(nl) ergens plotseling vanaf gaan.
, stuklopen(nl) —.
(nl) plotseling afbreken.
, vallen(nl) —.
(nl) van boven naar beneden springen.
, wegspringen(nl) —.
(nl) ergens plotseling vanaf gaan.
, zakken(nl) —.
(nl) van boven naar beneden springen.
, afschampen(nl) —., afstuiten(nl) —., van de hand gewezen worden(nl) plotseling afbreken.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken