N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor flauwerik.
flauwerik (zn):
flauwerd(nl) —.
(nl) iemand die slap is; iemand die niet sterk is; iemand die flauwe grapjes maakt; iemand die iets verklapt., labbekak(nl) iemand die slap is; iemand die niet sterk is; iemand die flauwe grapjes maakt; iemand die iets verklapt.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com