Nederlandse synoniemen voor 'isoleren'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor isoleren.

isoleren (ww):
afzonderen(nl) —.
(en) isolate.
(en) to place in quarantine to prevent the spread of disease.
(nl) (ov) afsluiten van alle omgang met andere mensen.
, buitensluiten(nl) —.
(nl) (ov) afsluiten van alle omgang met andere mensen.
, scheiden(nl) —.
(nl) (ov) (scheikunde) een bepaalde stof in zuivere vorm in handen zien te krijgen door deze te scheiden van alle andere stoffen in een mengsel.
, separeren(nl) —.
(nl) (ov) afsluiten van alle omgang met andere mensen.
, uitsluiten(nl) —.
(nl) (ov) afsluiten van alle omgang met andere mensen.
, afschermen(nl) —., [3(nl) (ov) afsluiten van alle omgang met andere mensen., 4] afschermen(nl) (ov) afsluiten van alle omgang met andere mensen., afsluiten(en) isolate., in quarantaine plaatsen(en) to place in quarantine to prevent the spread of disease.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken