N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor losbol.
losbol (zn):
zwierbol(nl) —.
(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête.
(nl) een onverantwoordelijk iemand., doordraaier(nl) —.
(nl) een onverantwoordelijk iemand., brasser(nl) een onverantwoordelijk iemand.
(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête., krotter(nl) —., libertijn(nl) —., lichtmis(nl) —., rabauw(nl) —., wildzang(nl) —., zwalker(nl) —., zwierder(nl) —., slampamper(nl) een onverantwoordelijk iemand., boemelaar(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête.
(fr) fêtard., fuifnummer(fr) fêtard., sjap(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête., zwabber(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête., zwijn(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête., zwijnjak(fr) Celui qui a l’habitude de faire la fête.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com