Nederlandse synoniemen voor 'mager'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor mager.

mager (bn):
deerlijk(nl) —., fijn(nl) —., knokig(nl) —., ontvleesd(nl) —., schamel(de) weit unterdurchschnittlich ausgebildet, entwickelt; mit deutlichen Defiziten.
(en) lean.
(en) poor, deficient or inferior.
, dun(de) wenig ausmachend, von geringem Ausmaß.
(en) not dense; meager.
, ondervoed(en) thin, malnourished and weak.
(fr) Qui n’a guère de quoi satisfaire sa faim.
, slank(en) of meat, having little fat.
(en) being slim, not fleshy.
, tenger(en) of meat, having little fat.
(en) being slim, not fleshy.
, benig(en) with little flesh; skinny, thin., pover(de) weit unterdurchschnittlich ausgebildet, entwickelt; mit deutlichen Defiziten., schaars(en) not dense; meager., uitgehongerd(fr) Qui n’a guère de quoi satisfaire sa faim., vetarm(en) not having a high number of calories from fat., zwak(en) thin, malnourished and weak.

mager (zn):
reel(nl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken