N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor piek.
piek (zn):
spits(nl) —.
(en) sharp point or pointed end.
(en) thin, pointed, projecting part.
(en) highest point of a hill, mountain, or similar geographical feature.
(nl) een buiten de omgeving uitstekend deel, vrij lang en puntig., top(nl) —.
(en) highest point of a hill, mountain, or similar geographical feature.
(nl) een buiten de omgeving uitstekend deel, vrij lang en puntig., hoogtepunt(nl) —.
(en) highest pitch; elevation reached; loftiness; prime; glory., maximum(nl) —.
(nl) een buiten de omgeving uitstekend deel, vrij lang en puntig., lans(nl) —., uitschieter(nl) —., [A] hoogtepunt(nl) een buiten de omgeving uitstekend deel, vrij lang en puntig., [B] lans(nl) een buiten de omgeving uitstekend deel, vrij lang en puntig., (volle) glorie(en) highest pitch; elevation reached; loftiness; prime; glory., bergtop(en) highest point of a hill, mountain, or similar geographical feature., bloei(en) highest pitch; elevation reached; loftiness; prime; glory., bloeitijd(en) highest pitch; elevation reached; loftiness; prime; glory., fleur(en) highest pitch; elevation reached; loftiness; prime; glory., hellebaard(de) eine historische Stichwaffe; ein langer Stiel mit spitzem Ende zum Stechen., papierprikker(en) upright spike for holding papers., punt(en) thin, pointed, projecting part., spies(pl) —., tand(en) thin, pointed, projecting part.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com