N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor telefoneren.
telefoneren (ww):
bellen(nl) (inerg) een telefoon gebruiken.
(en) to call someone.
(fr) Contacter quelqu'un par téléphone.
(fr) Communiquer par téléphone.
(no) bruke telefon.
(sv) telefonera.
(de) —., opbellen(nl) (inerg) een telefoon gebruiken.
(en) to call (someone) on the telephone.
(en) to telephone (someone).
(en) to call someone.
(fr) Contacter quelqu'un par téléphone.
(de) —., klinken(en) to telephone (someone)., luiden(en) to telephone (someone).
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com