bedriegerij

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bedriegerij (zn) :
oplichterij, fraude, oplichting, bedrog, goochelarij, zwendelarij, fopperij, verlakkerij, verschalking, verneukerij, slinksheid, bedrieglijkheid

als synoniem van een ander trefwoord:

bedrog (zn) :
nep, oplichterij, fraude, afzetterij, oplichting, misleiding, leugen, ontrouw, zwendel, list, knoeierij, bedriegerij, flessentrekkerij, trucage, fopperij, begoocheling, verlakkerij, veinzerij, voor-de-gek-houderij, arglist
oplichterij (zn) :
fraude, afzetterij, oplichting, bedrog, zwendel, bedriegerij, zwendelarij, flessentrekkerij
oplichting (zn) :
oplichterij, bedrog, zwendel, bedriegerij, flessentrekkerij
afzetterij (zn) :
oplichterij, afpersing, zwendel, bedriegerij, knevelarij
knoeierij (zn) :
fraude, bedriegerij, malversatie
truc (zn) :
knoeierij, bedriegerij
goochelarij (zn) :
bedriegerij

woordverbanden van ‘bedriegerij’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bedriegerij, bedrog

Bedrog is eene enkele misleiding; bedriegerij eene aaneenschakeling van misleidingen, die als zoodanig altijd met voorbedachten rade geschiedt. Men zegt het bedrog, niet de bedriegerij, der zinnen. In zijne ongunstige opvatting is bedrog echter sterker dan bedriegerij, omdat eene reeks van misleidingen alleen dan mogelijk is, wanneer zij ieder op zich zelf geringe schade veroorzaken, en dus niet zoo spoedig worden opgemerkt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 226:

bedriegerij, bedrog

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c