truc

als woordenboektrefwoord:

truc:

m. (-s), kunstgreep ; list.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

truc (zn) :

streek, handigheid, kunstgreep, kneep, list, foefje, toer, trucage, foef, slimmigheidje

truc (zn) :

knoeierij, bedriegerij

truc (zn) :

smoes, streek

als synoniem van een ander trefwoord:

handigheid (zn) :

behendigheid, handgreep, slag, kunstgreep, truc, kneep, foefje, foef, vindingrijkheid, slimmigheidje

goocheltoer (zn) :

kunstje, illusie, goocheltruc, truc, goochelstuk, goochelnummer, goochelkunstje, goochelkunst

gimmick (zn) :

kunstje, kunstgreep, maniertje, truc, kneep, list, foefje, foef, slimmigheidje, handigheidje

kneep (zn) :

kunstje, slag, streek, handigheid, kunstgreep, truc, list, finesse, foef, handigheidje

list (zn) :

sluwheid, misleiding, poets, vond, slimheid, kunstgreep, truc, kneep, loer, loosheid

kunstgreep (zn) :

omweg, handigheid, uitweg, noodsprong, truc, kneep, list, foefje

foef (zn) :

streek, kunstgreep, truc, slimmigheid, kneepje, handigheidje

foefje (zn) :

streek, handigheid, kunstgreep, truc, toer, slimmigheidje

stunt (zn) :

truc, krachttoer, tour de force, bravourestuk

streek (zn) :

daad, kunstje, truc, list, foefje, foef

slimmigheid (zn) :

handigheid, truc, kneep, list, foef

knoeierij (zn) :

bedrog, vuiligheid, truc, zwendel

toer (zn) :

truc, foefje

slimheid (zn) :

truc, list

bij andere sites: