buigbaar

als woordenboektrefwoord:

buigbaar:
bn. (-der, -st), wat gebogen kan worden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

plooibaar (bn) :
veerkrachtig, buigzaam, buigbaar

woordverbanden van ‘buigbaar’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

buigbaar, buigzaam

Buigbaar is alles wat gebogen kan worden door meerdere of mindere krachtsinspanning. Buigzaam wordt gezegd van datgene, wat de eigenschap bezit van zich gemakkelijk te voegen, van licht te buigen. De meeste houtsoorten zijn buigbanr. Riet is buigzaam.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

buigbaar, buigzaam

Wat gebogen kan worden.

Buigbaar duidt aan, dat een lichaam meer toevallig gebogen kan worden, terwijl buigzaam te kennen geeft, dat het voorwerp krachtens zijn innerlijke samenstelling gemakkelijk te buigen is. Een eikenhouten stok is buigbaar, een glazen staaf niet; een stuk gummi is buigzaam.

Ook onbuigbaar en onbuigzaam hebben dit verschil. In figuurlijke beteekenis is het eerste dan ook sterker dan het tweede; bijv.: Hij heeft een onbuigzaam karakter, dat wil zeggen: hij toont in zijn geheelen aanleg duidelijk, dat hij zich niet licht door een ander laat buigen of leiden in betrekking tot zijn meening of wil. Het is dus niet noodig aan een ongunstige beteekenis te denken. — Voor zijn onbuigbaren trots berokkende hij zich vele vijanden, d.w.z. zijn trots was zóó sterk, dat hij zich door niets liet buigen. Gewoonlijk heeft onbuigbaar een eenigszins afkeurende beteekenis.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

buigbaar
onbuigbaar

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c