als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘zacht’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Zacht noemt men wat het gevoel aangenaam aandoet, wat geen tegenstand biedt, maar meegeeft; week wat gevoelig is voor indrukken. Week brood, weeke boter, weeke grond; zachte wol, zacht haar, zacht leder. Opdie voorwerpen, die heide hoedanigheden bezitten, past men het een of het andere praedikaat toe naar gelang der hoedanigheid, welke men wil doen uitkomen. Bij uitbreiding: een zachte winter, een zachte dood; een zacht verwijt; een week gemoed
in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):
Niet hard.
Week duidt aan, dat iets gevoelig is voor indrukken: de weeke klei; een week gemoed.
Zacht stelt meer het aangename gevoel, dat de aanraking geeft, op den voorgrond, als tegenstelling van ruw: het zachte fluweel, een zacht gemoed (d.i. aangenaam in den omgang).
in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 43:
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 333:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.003 c