dubbelzinnig

als woordenboektrefwoord:

dubbelzinnig:
bn. (-er, -st), voor twee uitleggingen vatbaar.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dubbelzinnig (bn) :
meerduidig, voor velerlei uitleg vatbaar, tweesnijdend, voor tweeërlei uitleg vatbaar
dubbelzinnig (bn) :
verdacht, geniepig, tegenstrijdig, dubbel, achterbaks, dubieus, equivoque, ambigu
dubbelzinnig (bn) :
pikant, gewaagd, schuin, veelbetekenend

als synoniem van een ander trefwoord:

schuin (bn) :
plat, smerig, gewaagd, vet, dubbelzinnig, schunnig, obsceen, ontuchtig, aanstotelijk, scabreus, onnet
ambigu (bn) :
dubbelzinnig, meerduidig, voor velerlei uitleg vatbaar, voor tweeërlei uitleg vatbaar
gewaagd (bn) :
pikant, dubbelzinnig, bedenkelijk, ondeugend, schuin, scabreus
tweeledig (bn) :
dubbelzinnig

woordverbanden van ‘dubbelzinnig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

dubbelzinnig, twijfelachtig

Onzeker van beteekenis. Bij twijfelachtig bestaat die onzekerheid ten opzichte van eene zaak of gedachte, die men uit onvoldoende of tegenstrijdige gegevens tot klaarheid wenscht te brengen. Dubbelzinnig is dat, wat op meer dan eene wijze kan uitgelegd worden; het doet tevens denken aan opzet om onzekerheid te verwekken. Zijne houding is zoo twijfelachtig, dat wij ons niet te veel van zijne hulp moeten voorstellen. De godspraken bij de Grieken waren bijna altijd dubbelzinnig.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 122:

dubbelzinnig, twijfelachtig

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

dubbelzinnig
ondubbelzinnig

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c