onzeker

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

onzeker (bn) :
twijfelachtig, onbetrouwbaar, onbeslist, onveilig, gewaagd, wankel, onduidelijk, gevaarlijk, zwak, problematiek, wisselvallig, dubieus, veranderlijk, riskant, onbestendig, ongewis, hachelijk, onvast, precair, aleatoir, kwestieus, onwis
onzeker (bn) :
aarzelend, twijfelend, verlegen, onvast, weifelend, twijfelmoedig

als synoniem van een ander trefwoord:

onbestendig (bn) :
twijfelachtig, vluchtig, onzeker, grillig, wispelturig, instabiel, wisselvallig, veranderlijk, vergankelijk, onstabiel, onvast, buiig, weifelend, onstandvastig, ongestadig, mutabel
verlegen (bn) :
beschaamd, schuw, onzeker, bevangen, terughoudend, preuts, timide, schuchter, bedeesd, gegeneerd, beschroomd, bleu, bedremmeld, schroomachtig, schaamachtig, schroomvallig, honteus
onduidelijk (bn) :
twijfelachtig, geheimzinnig, onbeslist, onbepaald, duister, warrig, wazig, onbegrijpelijk, onzeker, verward, vaag, onscherp, mysterieus, schimmig, hermetisch, onhelder
veranderlijk (bn) :
wisselend, wankel, onzeker, grillig, wispelturig, wisselvallig, onbestendig, onvast, buiig, vlinderachtig, proteïsch, onstandvastig, ongestadig, kameleontisch
hachelijk (bn) :
zorgwekkend, veeg, kritiek, gewaagd, dreigend, onzeker, gevaarlijk, moeilijk, benauwend, verraderlijk, netelig, precair, penibel, benard, periculeus, gevaarvol
twijfelachtig (bn) :
onbeslist, problematisch, onduidelijk, onzeker, problematiek, dubieus, aanvechtbaar, onbestendig, betwistbaar, betwijfelbaar, kwestieus
onvast (bn) :
wankel, aarzelend, onzeker, instabiel, labiel, onbestendig, broos, wankelbaar, waggelend, onstandvastig, onwis, tuitelig
gewaagd (bn) :
stout, link, avontuurlijk, bloot, onzeker, gevaarlijk, gedurfd, riskant, stoutmoedig, hachelijk, vermetel, boud
precair (bn) :
zorgwekkend, twijfelachtig, zorgelijk, gevoelig, bedenkelijk, onzeker, hachelijk, heikel
onbepaald (bn) :
twijfelachtig, onduidelijk, wazig, onzeker, vaag, onbegrensd, onbestemd, onnauwkeurig
problematiek (bn) :
twijfelachtig, problematisch, onzeker, onopgelost, kwestieus
onbeslist (bn) :
onbepaald, onzeker, onuitgemaakt, onafgedaan, hangend
wankel (bn) :
onzeker, labiel, wiebelig, onstabiel, onvast, tuitelig
vaag (bn) :
onbegrijpelijk, onzeker, onbestemd, obscuur, ambigu
riskant (bn) :
link, gewaagd, onzeker, gevaarlijk, gedurfd
gevaarlijk (bn) :
lastig, onzeker, netelig, precair
weifelachtig (bn) :
aarzelend, onzeker, besluiteloos
onvast (bn) :
onzeker, beverig, weifelend
dubieus (bn) :
twijfelachtig, onzeker
problematisch (bn) :
twijfelachtig, onzeker
bedenkelijk (bn) :
onzeker, twijfelend
broos (bn) :
onzeker
aarzelend (bw) :
huiverig, voorzichtig, onzeker, gereserveerd, terughoudend, wankelmoedig, weifelend, dralend, weifelmoedig

woordverbanden van ‘onzeker’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

onzeker
gedecideerd, gegarandeerd, vast, vaststaand, zeker

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c