immermeer

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

immermeer (bw) :
immer

als synoniem van een ander trefwoord: niet gevonden.

woordverbanden van ‘immermeer’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

altijd, altoos, immer, immermeer, steeds

Bijwoorden van tijd, die te kennen geven, dat iets zonder ophouden, onafgebroken geschiedt. Tusschen altoos en altijd bestaat nagenoeg geen verschil, en beide woorden worden zoowel van het verledene als van het toekomende gebruikt. Bij altijd echter staat het begrip van voortduring meer op den voorgrond, bij altoos dat van herhaling. Ik heb het hem telkens gezegd, maar hij doet het altoos weer. Hij is altijd (of altoos) een braaf man geweest, en er is geen twijfel aan, of hij zal het ook altijd blijven. Immer slaat, evenals het tegenovergestelde nimmer, alleen op de toekomst. Hij zal zijne grondbeginselen immer getrouw blijven. Immermeer, in beteekenis met immer gelijkstaande, wordt bijna uitsluitend in hoogeren stijl gebruikt. Steeds geeft eene voortduring te kennen, waarin standvastigheid of bestendigheid uitkomt. Hij heeft steeds tot de strijders voor recht en waarheid behoord. Hoewel meestal van iets goeds, wordt het toch ook wel van iets kwaads of onaangenaams gezegd. Hij plaagt het arme kind nog steeds. Hij heeft nog steeds hoofdpijn.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c