intensief

als woordenboektrefwoord:

intensief:
bn. bw. sterk; levendig, opgewekt : intensief leven; intensieve w.w., werkw. van during, bv. nikken (van nijgen), bibberen (van beven).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

intensief (bn) :
hevig, sterk, diepgaand, krachtig, diep, driftig, levendig, vol, vergaand
intensief (bn) :
druk, ingespannen

als synoniem van een ander trefwoord:

driftig (bn) :
intensief, warmbloedig, opgewonden, oplopend, wild, levendig, heftig, vurig, opvliegend, onbesuisd, onstuimig, heetgebakerd, heethoofdig, kortaangebonden, toornig, kort aangebonden, cholerisch, koleirig
levendig (bn) :
intensief, opgewekt, levend, druk, actief, vrolijk, snel, dynamisch, vitaal, smeuïg, beweeglijk, swingend, geanimeerd, bedrijvig, kwiek, kittig, sanguinisch, spitant
diepgaand (bn) :
intensief, grondig, nauwgezet, door en door, uitputtend, indringend, ingrijpend, radicaal, fundamenteel, vergaand, secuur, minutieus, diepgravend
krachtig (bn) :
werkzaam, intensief, voedzaam, afdoend
indringend (bn) :
intensief, grondig, diepgaand
druk (bn) :
intensief, frequent
sterk (bn) :
intensief

woordverbanden van ‘intensief’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

intensief
beknopt, bondig, kort, oppervlakkig

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c