krioelen
als woordenboektrefwoord:
- krioelen:
- (gekrioeld), door elkander wemelen.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- krioelen (ww) :
- stikken, vergeven zijn, zwermen, wemelen, wriemelen, grimmelen, krielen
- krioelen (ww) :
- krieuwelen
als synoniem van een ander trefwoord:
- sterven (ww) :
- stikken, barsten, krioelen, wemelen
- wemelen (ww) :
- krioelen, wriemelen, grimmelen
- wriemelen (ww) :
- krioelen, wemelen
- krieuwelen (ww) :
- krioelen
- leven (ww) :
- krioelen
woordverbanden van ‘krioelen’ grafisch weergegeven
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 349:
bij andere sites:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
overige:
debug info: 0.0023 c
