barsten

als woordenboektrefwoord:

barsten:
(barstte, gebarsten), scheuren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

barsten (ww) :
scheuren, splijten, knappen, inkerven, uiteenspringen, krakken, bersten
barsten (ww) :
ontploffen, scheuren, splijten, knappen
barsten (ww) :
stikken, verrekken

als synoniem van een ander trefwoord:

ontploffen (ww) :
knallen, springen, uit zijn vel springen, exploderen, barsten, losbarsten, klappen, ploffen, detoneren, uiteenbarsten
springen (ww) :
ontploffen, exploderen, barsten, breken, openbarsten, uitbarsten, splijten, uit elkaar spatten, knappen
scheuren (ww) :
barsten, breken, kloven, splijten, inscheuren, bersten
bezwijken (ww) :
barsten, breken, doorzakken, kapot gaan, het begeven
creperen (ww) :
barsten, vergaan, verrekken, kapotgaan
splijten (ww) :
springen, scheuren, barsten, kloven
sterven (ww) :
stikken, barsten, krioelen, wemelen
uitbreken (ww) :
barsten, losbarsten, uitbarsten
krakken (ww) :
scheuren, barsten, breken
inkerven (ww) :
scheuren, barsten
knappen (ww) :
springen, barsten
wemelen (ww) :
stikken, barsten
bulken (ww) :
barsten

woordverbanden van ‘barsten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

kloven:
barsten, splijten

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c