onbegrensd

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

onbegrensd (bn) :
vrij, onbepaald, onbeperkt, mateloos, onmetelijk, grenzeloos
onbegrensd (bn) :
eindeloos
onbegrensd (bn) :
onbeperkt

als synoniem van een ander trefwoord:

onmetelijk (bn) :
oneindig, onbeperkt, gigantisch, onbegrensd, mateloos, onafzienbaar, grenzeloos, immens, ontzaglijk, onpeilbaar, onmeetbaar, grondeloos
vrij (bn) :
onafhankelijk, los, ongedwongen, onbeperkt, ongebonden, vrijmoedig, onbegrensd, onbezet, onconventioneel, onbezwaard, onbelemmerd
onbeperkt (bn) :
vrij, eindeloos, onbegrensd, volstrekt, ongelimiteerd, grenzeloos, oeverloos, teugelloos, onbelemmerd, onbekrompen
onbepaald (bn) :
twijfelachtig, onduidelijk, wazig, onzeker, vaag, onbegrensd, onbestemd, onnauwkeurig
mateloos (bn) :
bovenmatig, overmatig, onbegrensd, buitensporig, onmetelijk, grenzeloos, onmatig
grenzeloos (bn) :
eindeloos, oneindig, overmatig, onbeperkt, onbegrensd, mateloos, onmetelijk
immens (bn) :
enorm, gigantisch, onbegrensd, onmetelijk, ontzaglijk
oneindig (bn) :
ontelbaar, onbegrensd, onmetelijk, grenzeloos
onbepaald (bn) :
uitgestrekt, onbegrensd
onbeperkt (bn) :
onbegrensd, onmetelijk

woordverbanden van ‘onbegrensd’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

onbegrensd, grenzeloos

Grenzenloos wordt als sterker beschouwd dan onbegrensd. Men gebruikt in overdrachtelij ken zin grenzenloos bij voorkeur in een ongunstigen, onbegrensd in een gunstigen zin. Men spreekt van onbegrensden eerbied, onbegrensde hoogachting, genegenheid, liefde, een onbegrensd vertrouwen; maar van grenzenlooze verachting, haat, nijd, ondankbaarheid; van onbegrensde wijsheid; maar van grenzenlooze onkunde.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

onbegrensd
begrensd

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c

[foutje]