passé

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

passé (bn) :
voorbij, uit, verouderd, afgedaan, ouderwets, achterhaald

als synoniem van een ander trefwoord:

voorbij (bn) :
verlopen, uit, afgelopen, gedaan, afgedaan, om, vergaan, over, verloren, klaar, geleden, passé, geëindigd, gepasseerd, achter de rug
afgezaagd (bn) :
versleten, verouderd, oud, gewoon, melig, flauw, alledaags, passé, oudbakken, clichématig, zouteloos
verouderd (bn) :
achterlijk, afgezaagd, ouderwets, gedateerd, passé, achterhaald, uit de tijd
afgedaan (bn) :
voorbij, gedaan, over, geklonken, passé, uitgemaakt, afgehandeld
antiek (bn) :
verouderd, ouderwets, passé, uit de tijd, uit de mode

woordverbanden van ‘passé’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / bijwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c