ploeg

als woordenboektrefwoord:

ploeg:
m. (-en), landbouwwerktuig.
ploeg:
v. (-en), afdeling werklieden.
ploeg:
v. (-en), ploegschaaf.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ploeg (zn) :
groep, sectie, afdeling
ploeg (zn) :
nachtploeg, dagploeg
ploeg (zn) :
elftal, team, equipe
ploeg (zn) :
troep

als synoniem van een ander trefwoord:

groep (zn) :
verzameling, stel, troep, aantal, ploeg, club, gezelschap, hap, klas, bende, collectief, tros, partij, kudde, kluit, horde, zwerm, kliek, groepering, compagnie, bent, equipe, hoopje
afdeling (zn) :
commando, troep, formatie, ploeg, legereenheid, legeronderdeel, legerformatie, legerafdeling, krijgsmachtonderdeel
team (zn) :
elftal, combinatie, ploeg, kernploeg, negental, equipe, peloton, sportploeg, spelersgroep
troep (zn) :
groep, gang, kring, ploeg, menigte, gezelschap, bende, horde, schaar, schare
bemanning (zn) :
ploeg, bezetting, crew, schepeling, scheepsvolk, bemanningslid, equipage
partij (zn) :
groep, zijde, aanhang, richting, ploeg, fractie, kamp, kant, groepering
reeks (zn) :
groep, schijf, afdeling, categorie, ploeg, klasse, gamma
sectie (zn) :
groep, afdeling, ploeg, gedeelte, vakgroep, onderdeel

woordverbanden van ‘ploeg’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c