stel

als woordenboektrefwoord:

stel:
m. orde ; op stel en sprong, dadelijk.
stel:
o. (-len), stelling; enige bijeenbehorende zaken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stel (zn) :
troep, groep, serie, batterij, club, gezelschap, reeks, set
stel (zn) :
koppel, paar, stelletje, span
stel (zn) :
aantal, paar, stuk of wat
stel (zn) :
garnituur, set
stel (zn) :
kooktoestel
stel (zn) :
stand, orde

als synoniem van een ander trefwoord:

groep (zn) :
verzameling, stel, troep, aantal, ploeg, club, gezelschap, hap, klas, bende, collectief, tros, partij, kudde, kluit, horde, zwerm, kliek, groepering, compagnie, bent, equipe, hoopje
reeks (zn) :
aantal, stel, verzameling, serie, rits, rij, batterij, keten, lijst, haag, cyclus, scala, sequentie, opeenvolging, voorwedstrijd, aaneenschakeling, ris, rist, resem
troep (zn) :
rommel, stel, rotzooi, rij, bende, partij, hoop, reutemeteut, janboel, ris, reut
serie (zn) :
stel, rij, reeks, trein, gamma, paternoster, opeenvolging, resem
aantal (zn) :
stel, hoeveelheid, serie, getal, kwantiteit, tal, numerus
gezelschap (zn) :
groep, stel, troep, kring, club, genootschap, compagnie
paar (zn) :
stel, koppel, duo, tweetal, span, gespan
complex (zn) :
stel, blok, geheel, set, samenstel
tweetal (zn) :
stel, koppel, paar, duo, twee, span
koppel (zn) :
stel, paar, tweetal, span, gespan
echtpaar (zn) :
stel, koppel, paar, echtelieden
span (zn) :
stel, koppel, paar, set
duo (zn) :
stel, koppel, tweetal
orde (zn) :
stel

woordverbanden van ‘stel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

stel
individu, personage, persoon

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c