poort

als woordenboektrefwoord:

poort:
v. (-en), ingang ; grote deur.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

poort (zn) :
stadspoort, kasteelpoort, kerkpoort, fabriekspoort
poort (zn) :
ingang, hek, deur, hoofdingang, toegang
poort (zn) :
boog, poortje
poort (zn) :
doorgang, pas

als synoniem van een ander trefwoord:

toegang (zn) :
poort, mond, deur, deuropening, oprit, oprijlaan, portaal, inrit, toegangspoort, toegangsdeur
hek (zn) :
poort, dam, schutting, deur, tuinhekje, draaihek
uitgang (zn) :
poort, hek, deur, uitweg, exit, sortie
doorgang (zn) :
poort, doorloop, gangpad, passage
boog (zn) :
poort, kromming, gewelf

woordverbanden van ‘poort’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0092 nc