als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘gewaarworden’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
De algemeene beteekenis der werkwoorden is: door de zintuigen indrukken in den geest opnemen; zij verschillen ten opzichte van den graad der energie van den geest. Gewaarworden is het zwakst, het is het zich bewust worden van eene aandoening of een indruk; eene gewaarwording is een indruk, die tot ons bewustzijn komt. Waar nemen is acht geven op de gewaarwordingen, hare eigenaardigheden opmerken, en deze van elkander onderscheiden. De inhoud van hetgeen men waarneemt is eene waarneming. Aanschouwen veronderstelt aanwending van het oordeel, en is het samenvatten van de verschillende waarnemingen tot een geheel, in welks beschouwing men zich meer of minder verdiept. Eene aanschouwing is de uitkomst van een aanschouwen, een beeld van het waargenomene door het aanschouwen in den geest voortgebracht; dit beeld blijft het eigendom van den geest, ook nadat de zinnelijke indruk opgehouden heeft. De geest kan haar weer als voor het oog te voorschijn roepen; dit heet zich iets voorstellen, en het product dezer werking eene voorstelling. Aanschouwing, voorstelling en zich voorstellen zijn in de hier bedoelde beteekenis alleen in de zielkunde in gebruik.
De bewustheid van iets erlangen. Merken is uit bepaalde kenteekenen, die men ziet, tot het bewustzijn van iets komen. Bemerken en bespeuren, welke de beteekenis hebben van iets aan zijne merkteekenen of zijn nagelaten spoor onderkennen, onderstellen, dat er niet alleen een indruk ontvangen is, maar ook, dat er eenige inspanning van het verstand heeft plaats gegrepen; ontwaren daarentegen geeft enkel den indruk te kennen, dien men erlangt door gebruik te maken van zijn gezichtsvermogen. Een bedrog, dat men ontwaart, ligt meer open dan een bedrog, dat men bespeurt. Omgekeerd doorziet men dus een bedrog, dat men bespeurt, beter dan een bedrog, dat men ontwaart. Gewaar worden is het zich bewust worden van iets door middel zijner zintuigen, en sluit het begrip, dat er moeite voor moet gedaan worden om het te zien, of dat het met nauwkeurigheid geschiedt, geheel uit. Ontdekken slaat op het vinden en openbaar maken eener onbekende zaak. Opmerken verbindt met het begrip bespeuren dat van met aandacht en nauwkeurigheid zien, zoodat men de verschillende kenteekenen der zaak in zich opneemt. Verder kan het ook aanduiden, dat men het bemerkte om de eene of andere reden tot voorwerp eener bijzondere oplettendheid maakt (men behoort in gezelschap zoo niet alles op te merken). Waarnemen is acht geven op de indrukken van buiten, die in ons tot bewustzijn komen, en ze van elkander onderscheiden. Waarnemen, zegt Prof. Pierson, is het erlangen van zekerheid omtrent het bloot feitelijk bestaan eener volgorde, en wel zulk een erlangen als niet geheel aan de kontrole van anderen ontsnapt. Men zegt: ik neem waar, dat ik mij gebrand heb; maar niet, ik neem waar, dat ik hoofdpijn heb. Evenzoo neemt men niet zijne gezondheid maar wel haren vooruitgang waar; niet eene ziekte, maar wel dat zij verergert.
Een gezichtsindruk van iets ontvangen. Zien drukt dit in het algemeen uit; het laat in het midden of er opzet bij is. Kijken onderstelt meer opzet en opmerkzaamheid, gadeslaan bovendien belangstelling, bespieden en begluren drukken hetzelfde uit, maar met het bijbegrip van ter sluiks. Staren is met strakke wijdgeopende oogen naar iets zien, zonder bepaalde opmerkzaamheid en soms zonder er zich van bewust te zijn. Turen is met inspanning en scherp het oog op iets gevestigd houden. Aanschouwen is een verheven woord voor zien; niemand heeft ooit God aanschouwd. Soms beteekent het ook met belangstelling kijken naar, gadeslaan: aanschouw dat arme wicht. Gewaarworden is ontdekken, bespeuren door middel van het gezicht: ik kon hem nergens gewaarworden. Waarnemen is nauwkeurig zien of gadeslaan: de zonsverduistering was goed waar te nemen. Voor deze laatste woorden zie men ook aanschouwen. Hij zag hem, maar daar hij niet goed toekeek, herkende hij hem niet terstond. Wien ziet ge daar? Het kind keek zoo onschuldig de wereld in. Kijk daar eens. Iemand de woorden uit den mond kijken. Verbaasd staarde zij hem aan. Wat zit gij toch te staren ? Kijk in uw boek. De visschers tuurden naar den horizont, dewijl een van hen een schip zonder mast had meenen te zien.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 289:
in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 238:
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 421:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0033 c