krap

als woordenboektrefwoord:

krap:

v. (-pen), metalen slotplaat aan een boek ; varkensrib.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

krap (zn) :

krabbetje

krap (zn) :

boekslot

krap (zn) :

meekrap

krap (bn) :

schaars, schraal, weinig, karig

krap (bn) :

klein, strak, nauw, smal

krap (bw) :

maar net, nauwelijks, ternauwernood, nipt

als synoniem van een ander trefwoord:

schraal (bn) :

schaars, armoedig, arm, krap, zwak, mager, armzalig, miezerig, gering, sober, ontoereikend, behoeftig, karig, iel, onaanzienlijk, schamel, schriel, pover, armelijk

karig (bn) :

matig, armoedig, schraal, gierig, weinig, zuinig, krap, spaarzaam, krenterig, sober, sobertjes, schriel, pover, stiefmoederlijk, parcimonieus

strak (bn) :

eng, onveranderlijk, vast, spannend, nauw, gespannen, krap, onbuigzaam, onbeweeglijk

klein (bn) :

eng, min, laag, subtiel, krap, zwak, smal, nipt, miniem

bekrompen (bn) :

eng, klein, nauw, krap, benauwd, benepen

benauwd (bn) :

eng, bekrompen, nauw, krap, benauwend

nauw (bn) :

eng, strak, krap, smal, nauwsluitend

smal (bn) :

eng, slank, dun, nauw, krap, mager

schaars (bn) :

schraal, krap, karig

smal (bn) :

klein, krap, gering

mede (zn) :

krap, purpurine, meekrap

woordverbanden van ‘krap’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

krap ≠

breed, ruim, uitgestrekt, wijd

zie ook:

bij andere sites: