schamel

als woordenboektrefwoord:

schamel:
bn. bw. (-er, -st), armoedig; gering.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schamel (bn) :
armoedig, armzalig, onaanzienlijk
schamel (bn) :
slecht, mager, armzalig, pover

als synoniem van een ander trefwoord:

klein (bn) :
bescheiden, onbelangrijk, beperkt, dun, kort, onbeduidend, miezerig, gering, nietig, onbetekenend, onaanzienlijk, pietepeuterig, prullerig, schamel, popperig, summier, peuterig, pover, petieterig, luttel, pieterig
schraal (bn) :
schaars, armoedig, arm, krap, zwak, mager, armzalig, miezerig, gering, sober, ontoereikend, behoeftig, karig, iel, onaanzienlijk, schamel, schriel, pover, armelijk
arm (bn) :
armoedig, kaal, straatarm, onbemiddeld, behoeftig, onvermogend, berooid, armlastig, schamel, misdeeld, doodarm, armelijk, noodlijdend, bezitloos, nooddruftig
armoedig (bn) :
kaal, schraal, armzalig, behoeftig, karig, erbarmelijk, sjofel, schamel, armetierig, haveloos, armelijk, schabberig, kommerlijk, nooddruftig
gering (bn) :
onbelangrijk, klein, mager, onbeduidend, onbetekenend, onaanzienlijk, schamel, summier, pover, luttel
behoeftig (bn) :
armoedig, arm, schraal, berooid, schamel, armelijk, noodlijdend, kommerlijk, indigent, nooddruftig
pover (bn) :
dun, schraal, armzalig, karig, schamel, armetierig, povertjes
bekrompen (bn) :
armoedig, karig, schamel, pover, armetierig
kaal (bn) :
schamel, afgesleten, sleets
armelijk (bn) :
schamel, armetierig

woordverbanden van ‘schamel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 325:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c