scheuren

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

scheuren (ww) :
verscheuren, breken, verbreken, kloven, splijten, tornen, inkerven, uiteentrekken, stuktrekken, inscheuren
scheuren (ww) :
barsten, breken, kloven, splijten, inscheuren, bersten
scheuren (ww) :
rukken, losrukken, rijten
scheuren (ww) :
racen, crossen, jakkeren
scheuren (ww) :
openhalen, openscheuren
scheuren (ww) :
omploegen
scheuren (ww) :
snijden

als synoniem van een ander trefwoord:

breken (ww) :
vernielen, scheuren, afbreken, verbrijzelen, kraken, vermorzelen, openbreken, mollen, stukmaken, stukslaan, kapotslaan, kleinmaken, krakken
barsten (ww) :
scheuren, splijten, knappen, inkerven, uiteenspringen, krakken, bersten
jakkeren (ww) :
scheuren, racen, drijven, rijden, opdrijven, voortjagen
kapotgaan (ww) :
scheuren, breken, slijten, doorbranden, het begeven
werken (ww) :
krimpen, scheuren, uitzetten, bewegen, verzakken
breken (ww) :
scheuren, begeven, knappen, knakken, stukgaan
barsten (ww) :
ontploffen, scheuren, splijten, knappen
splijten (ww) :
springen, scheuren, barsten, kloven
krakken (ww) :
scheuren, barsten, breken
inkerven (ww) :
scheuren, barsten
verscheuren (ww) :
scheuren

woordverbanden van ‘scheuren’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c