staken

als woordenboektrefwoord:

staken:
(gestaakt), doen stilstaan.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

staken (ww) :
opgeven, afbreken, in staking gaan, ophouden met, stopzetten, beëindigen

als synoniem van een ander trefwoord:

stoppen (ww) :
blokkeren, ophouden, afslaan, afhaken, laten, besluiten, afbreken, staken, uitzetten, eindigen, doen ophouden, tegenhouden, neerleggen, stopzetten, beëindigen, stilleggen, uitscheiden, stilzetten, termineren
opheffen (ww) :
oplossen, ontbinden, afschaffen, vernietigen, staken, ontkrachten, verbieden, eindigen, intrekken, sluiten, opdoeken, herroepen, stopzetten, beëindigen, liquideren, afgelasten, tenietdoen, supprimeren
afzien (ww) :
opgeven, laten schieten, afstappen van, staken, prijsgeven, afstand doen, laten varen, beëindigen
schorsen (ww) :
staken, stopzetten, beëindigen
afbreken (ww) :
stoppen, onderbreken, staken
neerleggen (ww) :
ophouden, staken

woordverbanden van ‘staken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

afbreken, staken

Iets doen ophouden. Met het eerste woord gaat het bijdenkbeeld gepaard, dat het ophouden onverwachts plaats heeft; het veronderstelt veelal de mogelijkheid van voortzetting der werking. Staken geeft soms een overlegd ophouden te kennen. Men breekt onderhandelingen af, maar men staakt eene onderneming, die geene winsten meer oplevert. Ontevreden arbeiders staken het werk om daardoor hunne eischen ingewilligd te zien. Hij brak zijne woorden af. Hij moest zijne rede staken.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 116:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

staken
aanbreken, beginnen, blijven, doorzetten, intreden, inzetten, openen, starten, uithouden, volhouden

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c